Zware oogst
Mijn vrouw en ik maken de laatste tijd vaak grapjes over het feit dat mijn behandeling mij allerlei vrouwelijke zwangerschapsgerelateerde klachten geeft. Het begon natuurlijk met de pomp voor het leegzuigen van mijn borstholte na de klaplong. Daarna kwamen de door dexamethason geïnduceerde hormonale klachten met onder andere een sterke behoefte aan chocola. Straks mag ik na de stamceltransplantatie dezelfde dingen niet eten die een zwangere vrouw ook niet mag en gister leek bekkenpijn de nieuwste toevoeging aan mijn spoedcursus ‘ik wou dat ik vrouw was’ te worden.
Afgelopen halfjaar heb ik geluk gehad dat de bijwerkingen van de behandelingen vrij mild waren. In het geval van de groei-injecties was ik gewaarschuwd voor botpijn en daar bleek het geluk even op. Normaal gesproken is de pijn beheersbaar met paracetamol, maar bij mij nam het behoorlijk extreme vormen aan. De middag na de mislukte eerste poging was simpelweg de hel waar ik echt niet wist waar ik moest kruipen van de pijn. Miscommunicatie met de arts heeft het eigenlijk onnodig lang laten voortduren. Achteraf blijkt dat de bijwerking bij mij uitzonderlijk was en dat er anders op gereageerd had moeten worden.
Gelukkig is de pijn op de tweede dag al een stuk minder en kan ik samen met mijn moeder naar het ziekenhuis voor een tweede poging. Na twee uurtjes in spanning afwachten, blijk ik nu ruim voldoende stamcellen in het bloed te hebben. Het doel is om in één dag stamcellen te oogsten voor twee transplantaties. Dat zijn in mijn geval 308 miljoen cellen dus zodra het licht op groen springt, worden de slangen aangekoppeld en de pomp opgetoerd.
Uiteindelijk wordt mijn eigen bloedvolume in zes uur tijd drie keer door het apparaat gespoeld. Een snelle telling achteraf moet nog even het verlossende woord geven of er genoeg is geoogst. Dit blijkt gelukkig het geval, wat betekent dat ik de volgende dag niet terug hoef te komen en dat het nu even klaar is.