Stilte

Witven bij de Oisterwijkse Bossen en Vennen.

Het is stil op mijn website. Zo stil als een koude winterochtend. Dat is de goede versie van stilte. Nu het een langere periode zo goed gaat, wil ik deze stilte ook koesteren. De ziekte verdwijnt steeds meer naar de achtergrond, maar dat positieve gegeven wil je niet onopgemerkt voorbij laten gaan.

Deze week was het weer tijd voor een bezoek aan het ziekenhuis. Er zit nu ongeveer drie maanden tussen de afspraken. Deze momenten blijf ik gebruiken voor updates in dit logboek.

De gesprekken met mijn arts zijn meestal vrij kort. Eerst ‘hoe gaat het’, bloedprikaanvragen, daarna het nalopen van de medicijnvoorraad en ik sta weer buiten. Om maar eens over wat nieuws te praten, hebben we het deze keer ook over de langetermijneffecten van alle behandelingen gehad.

Groot Goorven bij de Oisterwijkse Bossen en Vennen.

Juist in periodes waarin de ziekte volledig naar de achtergrond verdwijnt, word ik soms verrast door mijn lichaam. Tijdens deze rustige fase heb ik meerdere keren ervaren dat ik minder stressbestendig ben. Ondanks het feit dat er objectief niet veel aan de hand is, krijg ik sterke fysieke reacties. Ik heb al vaker vastgesteld dat de ervaringen van de afgelopen jaren niet tot een hogere weerbaarheid hebben geleid, maar het is wel jammer dat er niet een soort trainingseffect optreedt.

Als laatste kwam nog het driemaandelijkse botversterkingsinfuus aan de orde. Inmiddels krijg ik dat alweer aardig lang en ik zou er ook mee kunnen stoppen. Er zijn geen directe nadelen aan doorgaan, maar toegevoegde waarde is op dit moment ook beperkt. Er zijn echter ook wel eens publicaties geweest die suggereerden dat het infuus ook bijdroeg aan de actieve bestrijding van Kahler. Dus op de vraag of ik er mee wou stoppen, reageerde ik toch een beetje terughoudend. Het gaat nu zo goed, dus ik verander liever helemaal niets. Gelukkig kon mijn arts zich daar in vinden en laten we alles zoals het is. Ik mag nu weer drie maanden wegblijven. Terug naar de stilte.

Van Esschenven bij de Oisterwijkse Bossen en Vennen.